Naar de schapen

We klauteren vanuit Oren een steil paadje omhoog. We komen druiventrossen tegen en dat is niet verkeerd. We hebben een prachtig uitzicht en ronden een berghelling waar de enige levende zielen een paar geiten zijn. Eentje is wel erg nieuwsgierig en houdt meteen van Rick. Hij is bijna niet weg te slaan.
Vervolgens moeten we twee passen over en dat is een behoorlijk pittig stuk. De weg stijgt geleidelijk, maar is wel erg lang. Ook zie je precies in de verte waar je heen moet en dat moedigt nu niet direct aan. Uiteraard op het heetst van de dag moeten we de steilste klim doen. Geen enkel teken van leven, alhoewel we wel bandensporen zien op het brede pad. We kunnen in de verte Candir zien liggen.
Na de lunch dalen we de weg af op weg naar de kampeerplek. Er moet een prachtige kampeerplek zijn met druiven, vijgen en een vijver. Dat klinkt aanlokkelijk. Daar aangekomen valt het wel wat tegen. Het is een goede plek met een grote bron, maar er is iemand! Een schaapsherder van een jaar of 17 zit met zijn radiootje te niksen en de kudde schapen scharrelt rond de vijver (lees: modderpoel). De jongen kijkt naar ons of we van Mars komen en spreekt geen woord Engels. Het is een beetje ongemakkelijk, want hij volgt natuurlijk alles wat we doen en ik wil natuurlijk niets liever dan in mijn onderbroek rondrennen en in de betonnen bak van de bron pootje baden. Maar dat zullen we hem maar niet aandoen. Dus blijven we vies, zweterig en plakkerig en hopen dat hij misschien naar huis gaat. Inderdaad gaat hij aan het einde van de middag op zijn brommertje naar huis en laat ons bij de schapen achter. Die zijn behoorlijk sukkelig en staan allemaal om ons heen te kijken wat we aan het doen zijn. Rick is het gestaar uiteindelijk zat en jaagt ze weg.
De kampplek heeft een prachtige kookplaats tegen een rots en 's avonds hebben we kampvuur. We trakteren ons op chocolademousse. Het lijkt wel vakantie!

Geen opmerkingen: