Rode pepers

Vanaf onze kampplek vertrekken we vol goede moed voor de tweede etappe. Dat is redelijk snel over als we door krijgen dat we een behoorlijke afstand over de vlakke asfaltweg moeten lopen. Auto's schieten ons voorbij en we lopen langs een opeenstapeling van rotzooi die in de berm ligt. Dooie beesten, waterflessen, snoeppapiertjes en plastic zakken. Waardeloos. Maar we stappen vrolijk verder tot we beseffen dat we gestoord zijn. Al die auto's die ons voorbij gaan - zo masochistisch zijn we nu ook weer niet. Dus...vingertje omhoog en meerijden maar. Een taxi met passagier stopt (moet je je voorstellen dat dat in NL zou gebeuren) en brengt ons een km of 4 verder. Dat scheelt een uur! Vervolgens springen we een stukje verder nog eens in een vrachtwagen, die ons ca. 2 km verder afzet. De zon schijnt vol op onze hoofden en we zien uit naar de rivier. Volgens de beschrijving moeten we een stuwdam door het water oversteken (!?). Aangekomen bij de stuw moeten we ergens een betonnen dam vinden die zo'n 50 cm onder water ligt. Even zoeken maar dan schuifelen we erover heen. Wel met schoenen en al want door de stroming kun je uitglijden en dan lig je verderop in de bossages. Op een kiezelstrandje besluit Rick dat hij wil zwemmen en 3 tellen later ligt hij erin. Toch best wel koud! Aan de overkant aangekomen zien we een kraantje, maar dat blijkt droog te staan. Not funny. Er staat in de verte 1 huisje en de bewoonster komt op ons af, bekijkt ons alsof we marsmannetjes zijn en biedt ons verse vijgen aan. Maar geen water...

Een stuk verderop raken we het pad kwijt. Wel 20 x de tekst gelezen, maar die klopt niet met wat wij zien. We zien een woestijnvlakte voor ons liggen en we weten zeker dat we het niet op een lopen zetten in zo'n omgeving. We hebben te vaak Discovery Channel gekeken om te weten hoe dat kan aflopen. Dus: terug.

We waren langs een huisje gekomen waar 2 honden angstaanjagend blaften en een man lag te slapen onder een afdakje (dat is ook het meest verstandige dat je op dit uur kan doen). Dus toch maar wakker maken. Hij ontvangt ons allerhartelijkst en nodigt ons uit iets mee te eten. Dan zitten we 5 minuten later zwijgend (zij spreken noppes Engels) in een kamer op de grond te genieten van koud water, olijven, brood, tomaten yoghurt en thee. Na 1,5 uur is het heetst van de dag voorbij en begeleidt de man ons naar het pad. De beschrijving strookt dus voor geen meter met wat wij in de omgeving zagen, maar alla. We waden een zijtak van de rivier door en vinden het pad weer. Gelukkig voor ons lopen we door een landbouwgebied waar ze kilometerslange irrigatiekanalen hebben aangelegd op pootjes. Het ziet er uit als een soort wildwaterglijbaan, maar dan op 1 hoogte. Ideaal - niet voor drinkwater - maar om je petje in te dopen en weer op je hoofd te zetten. Uiteindelijk zien we in de verte de minaret van een moskee. Dat moet Akcapinar zijn. Tot onze verrassing blijkt een jongen daar extreem goed Engels te spreken, omdat hij in de toeristische sector werkt. Hij geeft aan dat we op het dak van de dorpswinkel mogen kamperen. Beetje vreemd, maar het blijkt een ideale stek - uit het zicht van pottenkijkers. Alleen 1 probleempje: het dak ligt bezaaid met rode pepers die liggen te drogen in de zon. No problem, ze worden op een hoop geveegd en wij kunnen aan de gang. Het probleem van de haringen lost zich gemakkelijk op: door stenen aan de scheerlijnen te binden en ze over de dakrand te gooien, wordt de tent prima op zijn plaats gehouden!

Geen opmerkingen: