Het begon zo leuk


Jezus krille. We staan na een vreselijke nacht om half 6 op. Het was vannacht snikheet op het dak en er waren honden en hanen continu lawaai aan het maken. Ook begon de imam in de moskee om kwart voor 5 te bleren. Maar goed. Vol goede moed vertrekken we uit Akcapinar richting Pednellissos. We sjoemelen een stukje op een lang zandpad door in de laadbak te springen van een imker. Scheelt toch weer een half uur stappen! Om een uur of half 11 komen we bij de Ucan I waterval aan. Helaas is deze idyllische plek verpest door een restaurant, maar dat vinden we nu niet zo erg want ze hebben..omelette au fromage en frites!!!! MMMM

Na deze smakelijke pauze moeten we een ontzettend steile klim omhoog. Het is natuurlijk bloedheet en het zweet druipt van ons af. Uiteindelijk komen we bij een prachtige lunchplek uit. Dus...kleren uit en skinny dippen!! Opeens horen we geluid en komt er een groepje toeristen langs vanaf de andere kant. Kennelijk is waterval Ucan II in de buurt maar die hebben wij dus compleet gemist.

Om een uur of 2 besluiten we het laatste stuk te lopen, naar Pednellisos. Ik zie ernaar uit, want dit zijn allemaal ruines en daar ben ik gek op. Ik zie bovendien in de beschrijving dat we nagenoeg geen bronnen meer tegenkomen tot op de plaats van bestemming. We gooien onszelf dus vol, nemen ieder 2,5 liter mee en gaan op weg. De route is prachtig door het bos, over oude Romeinse paadjes, langs verlaten olijfplantages en oeroude grafstenen.
De weg klimt en het wordt kaler, waardoor we geen beschutting meer hebben tegen de zon. Rick is het helemaal zat en ik voel me natuurlijk klote want deze vakantie (als dat nog zo mag heten) is mijn idee. Op een gegeven moment komen we bij een bron maar deze staat niet in de beschrijving. Er staat wel water in en Rick maakt van een kapot gesneden flesje aan een scheerlijn een putsel. Het water ruikt naar slootwater en we nemen dus niet de gok dit te drinken. Mochten we nu helemaal niets meer hebben, dan zouden we dit koken, maar zo wanhopig zijn we nog niet.
We sjokken verder en zijn werkelijk van alles en iedereen verlaten. In de verte zien we de vlakte aan zee waar Antalya moet liggen. Ik zeg al tegen Rick dat we ons maar op het ergste moeten voorbereiden en dat we op de eindbestemming vast een droge bron hebben. Kan het alleen maar meevallen!

Aangekomen op de kampplek zien we.....niets. Rick flipt, duikt de bosjes in op zoek naar water en ik ga op mijn rugzak zitten om even na te denken. Ik heb nog wel wat water en daarmee zouden we kunnen koken en de nacht kunnen doorkomen, maar grappig is het niet. Het is al 5 uur en doorlopen is dan ook geen optie. We zijn al zo lang onderweg. Ik lees nog eens goed de beschrijving en lees dat de 2 cisterns (what the hell zijn cisterns) ca. 250 meter ten zuidwesten van het pad liggen. Op het moment dat ik daarheen loop, komt Rick uit de bosjes rennen en roept dat hij ze heeft gevonden. Godzijdank. Wat we zien is echt waanzinnig. Twee heel grote ronde putten met een doorsnede van ca. 3 meter, inclusief een putsel aan een touw. De Romeinen haalden hier 2000 jaar geleden ook al hun water uit. Heel bijzonder om hier met zijn tweeen op deze verlaten plek te zijn. Er komen hier nauwelijks mensen, anders zie je toch wel wat afval of stookplaatsen. Niets van dat alles.

We komen tot de conclusie dat we het zo wel erg spannend voor onszelf maken. Ik sta te janken omdat het mijn idee is en Rick het niet leuk meer vindt. We moeten het rustiger aan gaan doen, want dit is echt bootcamp. Nou is dat niet zo erg, maar als je niet weet of je voldoende water zult vinden, loopt de stressfactor hoog op. Als we de kans zouden hebben nu weg te gaan, zouden we het doen, maar ja we kunnen hier niet eens weg.
We moeten dus dagen gaan opknippen en uitzoeken waar we weg kunnen naar de bewoonde wereld. Doodgaan van de dorst 50 km van Antalya is niet echt sexy. Tegen de canyon zien we het meest op, want dat is volgens de beschrijving het zwaarste deel. Als dit nu al zo penibel is, wat gaat dat dan worden? Maar zover vooruit kijken heeft nog geen zin. We koken onze maaltijd en genieten van het uitzicht. Wat een waanzinnige plek is dit. De nacht valt en we vallen als een brok beton in slaap.

Geen opmerkingen: