Woord vooraf
Zie er eerst maar eens te komen
Kicken op afzien
We moesten vandaag eerst uit Antalya zien weg te komen. Gelukkig hielpen vriendelijke Turken ons de goede bus te vinden. Rond een uur of 12 waren we in Perge (lekker op het heetst van de dag). Net een openlucht museum.
Rode pepers
Een stuk verderop raken we het pad kwijt. Wel 20 x de tekst gelezen, maar die klopt niet met wat wij zien. We zien een woestijnvlakte voor ons liggen en we weten zeker dat we het niet op een lopen zetten in zo'n omgeving. We hebben te vaak Discovery Channel gekeken om te weten hoe dat kan aflopen. Dus: terug.
We waren langs een huisje gekomen waar 2 honden angstaanjagend blaften en een man lag te slapen onder een afdakje (dat is ook het meest verstandige dat je op dit uur kan doen). Dus toch maar wakker maken. Hij ontvangt ons allerhartelijkst en nodigt ons uit iets mee te eten. Dan zitten we 5 minuten later zwijgend (zij spreken noppes Engels) in een kamer op de grond te genieten van koud water, olijven, brood, tomaten yoghurt en thee. Na 1,5 uur is het heetst van de dag voorbij en begeleidt de man ons naar het pad. De beschrijving strookt dus voor geen meter met wat wij in de omgeving zagen, maar alla. We waden een zijtak van de rivier door en vinden het pad weer. Gelukkig voor ons lopen we door een landbouwgebied waar ze kilometerslange irrigatiekanalen hebben aangelegd op pootjes. Het ziet er uit als een soort wildwaterglijbaan, maar dan op 1 hoogte. Ideaal - niet voor drinkwater - maar om je petje in te dopen en weer op je hoofd te zetten. Uiteindelijk zien we in de verte de minaret van een moskee. Dat moet Akcapinar zijn. Tot onze verrassing blijkt een jongen daar extreem goed Engels te spreken, omdat hij in de toeristische sector werkt. Hij geeft aan dat we op het dak van de dorpswinkel mogen kamperen. Beetje vreemd, maar het blijkt een ideale stek - uit het zicht van pottenkijkers. Alleen 1 probleempje: het dak ligt bezaaid met rode pepers die liggen te drogen in de zon. No problem, ze worden op een hoop geveegd en wij kunnen aan de gang. Het probleem van de haringen lost zich gemakkelijk op: door stenen aan de scheerlijnen te binden en ze over de dakrand te gooien, wordt de tent prima op zijn plaats gehouden!
Het begon zo leuk
Na deze smakelijke pauze moeten we een ontzettend steile klim omhoog. Het is natuurlijk bloedheet en het zweet druipt van ons af. Uiteindelijk komen we bij een prachtige lunchplek uit. Dus...kleren uit en skinny dippen!! Opeens horen we geluid en komt er een groepje toeristen langs vanaf de andere kant. Kennelijk is waterval Ucan II in de buurt maar die hebben wij dus compleet gemist.
Om een uur of 2 besluiten we het laatste stuk te lopen, naar Pednellisos. Ik zie ernaar uit, want dit zijn allemaal ruines en daar ben ik gek op. Ik zie bovendien in de beschrijving dat we nagenoeg geen bronnen meer tegenkomen tot op de plaats van bestemming. We gooien onszelf dus vol, nemen ieder 2,5 liter mee en gaan op weg. De route is prachtig door het bos, over oude Romeinse paadjes, langs verlaten olijfplantages en oeroude grafstenen.
Aangekomen op de kampplek zien we.....niets. Rick flipt, duikt de bosjes in op zoek naar water en ik ga op mijn rugzak zitten om even na te denken. Ik heb nog wel wat water en daarmee zouden we kunnen koken en de nacht kunnen doorkomen, maar grappig is het niet. Het is al 5 uur en doorlopen is dan ook geen optie. We zijn al zo lang onderweg. Ik lees nog eens goed de beschrijving en lees dat de 2 cisterns (what the hell zijn cisterns) ca. 250 meter ten zuidwesten van het pad liggen. Op het moment dat ik daarheen loop, komt Rick uit de bosjes rennen en roept dat hij ze heeft gevonden. Godzijdank. Wat we zien is echt waanzinnig. Twee heel grote ronde putten met een doorsnede van ca. 3 meter, inclusief een putsel aan een touw. De Romeinen haalden hier 2000 jaar geleden ook al hun water uit. Heel bijzonder om hier met zijn tweeen op deze verlaten plek te zijn. Er komen hier nauwelijks mensen, anders zie je toch wel wat afval of stookplaatsen. Niets van dat alles.
We komen tot de conclusie dat we het zo wel erg spannend voor onszelf maken. Ik sta te janken omdat het mijn idee is en Rick het niet leuk meer vindt. We moeten het rustiger aan gaan doen, want dit is echt bootcamp. Nou is dat niet zo erg, maar als je niet weet of je voldoende water zult vinden, loopt de stressfactor hoog op. Als we de kans zouden hebben nu weg te gaan, zouden we het doen, maar ja we kunnen hier niet eens weg.
Afzien met een grote A
Gelukkig gaat het pad uiteindelijk omhoog door het struikgewas, naar de open hellingen. Natuurlijk komen we weer op het heetst van de dag op het zwaarste stuk en raken we het pad kwijt. Gvrdgvr. Op de graat is het echt prachtig en zo allenig, maar de zon op je hoofd is gekmakend. Er is letterlijk geen boom om even onder te zitten om rustig even van het uitzicht te genieten, op de kaart te kijken, een markering te zoeken of de GPS nauwkeurig te bekijken. Onze hoop is gevestigd op een bron om daar te lunchen. Het is altijd spannend om te zien of er wel een straaltje uitkomt. Godzijdank komt er wat water uit en we besluiten 2 uur te stoppen. Op het heetst van de dag moet je gewoon niet willen lopen en we zullen dit de komende dagen ook zo doen.
We maken heerlijk tomatensoep en soppen een broodje. Daar knap je van op. Het pad daalt af door het naaldbos. Vervolgens lopen we over een breed pad dat ontzettend droog is. Gelukkig komen we nog een bron tegen die het goed doet. Volgens de gids komen we binnenkort uit bij een bron waar we kunnen overnachten. Als we daar echter aankomen, blijkt dit een waardeloze kampplek. Het is een kruising van wegen en de bron is een stilstaande modderpoel. Dit is dus kansloos en er zit niets anders op dan door te lopen naar Oren. We zijn echter goedgehumeurd en het lopen gaat best goed en we stappen dus door. De laatste kilometers naar Oren zijn echter heel zwaar. De voeten gaan pijn doen door het gewicht van de rugzak en we hebben het wel gehad. Het laatste stuk is over de hoofdweg (alleen geen auto te bekennen waarop we kunnen meeliften) en na elke bocht zien we nog niets. Gelukkig zien we uiteindelijk om 6 uur (vanmorgen om 7 uur gestart) de torens van de moskee. Ik weet dat er geen winkel is dus we zijn afhankelijk van de gastvrijheid van de inwoners. Dat zit gelukkig wel goed. We worden hartelijk onthaald door de imam en krijgen druiven en vijgen toegestopt.
Naar de schapen
Vervolgens moeten we twee passen over en dat is een behoorlijk pittig stuk. De weg stijgt geleidelijk, maar is wel erg lang. Ook zie je precies in de verte waar je heen moet en dat moedigt nu niet direct aan. Uiteraard op het heetst van de dag moeten we de steilste klim doen. Geen enkel teken van leven, alhoewel we wel bandensporen zien op het brede pad. We kunnen in de verte Candir zien liggen.
Na de lunch dalen we de weg af op weg naar de kampeerplek. Er moet een prachtige kampeerplek zijn met druiven, vijgen en een vijver. Dat klinkt aanlokkelijk. Daar aangekomen valt het wel wat tegen. Het is een goede plek met een grote bron, maar er is iemand! Een schaapsherder van een jaar of 17 zit met zijn radiootje te niksen en de kudde schapen scharrelt rond de vijver (lees: modderpoel). De jongen kijkt naar ons of we van Mars komen en spreekt geen woord Engels. Het is een beetje ongemakkelijk, want hij volgt natuurlijk alles wat we doen en ik wil natuurlijk niets liever dan in mijn onderbroek rondrennen en in de betonnen bak van de bron pootje baden. Maar dat zullen we hem maar niet aandoen. Dus blijven we vies, zweterig en plakkerig en hopen dat hij misschien naar huis gaat. Inderdaad gaat hij aan het einde van de middag op zijn brommertje naar huis en laat ons bij de schapen achter. Die zijn behoorlijk sukkelig en staan allemaal om ons heen te kijken wat we aan het doen zijn. Rick is het gestaar uiteindelijk zat en jaagt ze weg.
De kampplek heeft een prachtige kookplaats tegen een rots en 's avonds hebben we kampvuur. We trakteren ons op chocolademousse. Het lijkt wel vakantie!
En dan nu een rustdag
Meteen gaan we wat wasjes doen (in een modderplas, want er is gewoon te weinig water) en onszelf schrobben. Rick ontpopt zich direct als padvinder en bouwt van stenen een barbecue annex vuurplaats. (Vooral dat laatste want poedermacaroni laat zich niet zo barbecuen).
De rest van de dag brengen we al loungend door op een opengeritste slaapzak (waar je eigenlijk niet meer in wil liggen, zo ranzig is dat ding). Ik ben nog steeds op route alternatieven aan het puzzelen, maar kom tot de conclusie dat we pas verder kunnen kijken als we die canyon over zijn. Het is 34 graden in de schaduw en er staat geen zuchtje wind. 's Avonds trakteren we onszelf op een poedermaaltijd macaroni van een ander merk. Ik vind het niet te vreten maar houd mijn mond want we hebben niet zoveel eten en als ik zeg dat ik het niet moet , moet Rick het natuurlijk ook niet. Als het bijna op is, zegt Rick dat het eigenlijk niet te vreten is, een grotkleur heeft en op kots lijkt. Vinkook en we schieten de overblijfselen dus met onze lepels zo de struiken in.
Als om een uur of 8 de houthakkers vertrekken, zijn we moederziel alleen. Ik ben niet zo'n held in het donker en het vuur durven we ook niet aan te laten. De gehele rivierbedding ligt bezaaid met esdoornbladeren en dit hele pakket is gortdroog. Ik ben als de dood dat er een vonk op valt en dat we een bosbrand veroorzaken. Dan is er dus eigenlijk niets te doen en gaan we maar naar bed. We zullen in ieder geval lekker uitrusten deze vakantie want het is nog maar een uur of 9.
Fish farm
Omelette au fromage
Zwaarste dag?! Het zit tussen je oren
Op een steil stuk naar een pas raken we het pad kwijt. We doen iets wat we nooit meer zullen doen: we lopen door in de hoop de weg wel weer te vinden. We moeten tenslotte gewoon omhoog naar een richel. Maar we lopen teveel in westelijke richting en komen aan de linker zijde van een ribbe van de berg terecht. Het lullige is, dat vanaf het punt dat we het pad niet meer zagen, het eerstvolgende GPS punt 45 minuten ver is - inderdaad het punt bovenop de richel. Met de GPS kunnen we dus niet meer het pad terugvinden op de bergwand. Er zit niets anders op dan land over zand omhoog te krabbelen. Rick laat per ongeluk de GPS vallen en godzijdank blijft deze op een randje hangen. We zijn drijf en drijfnat en verliezen zo een uur. Maar....we komen op de goede plek uit en zien dan weer een markering.
Het eerste waterpunt ligt ergens voorbij een gehucht. We zien alleen het gehele gehucht niet en vrezen voor de bron. We lopen in een ongelooflijk droog terrein, wat veel weg heeft van een dorre woestijn. Onderaan de weg zien we echter een bron en het is weer...schoentjes uit en voetjes erin! We vorderen snel en we besluiten zeker door te lopen naar Yesildere.
Naar de Bilge family in Sutculer
Verblijf in Antalya
Antalya zelf is niets bijzonders, maar we zijn erg blij dat we in het oude gedeelte zitten. Hier heb je relatief weinig toeristen en de all inclusive hotels zie je op ongeveer 10 km pas in de verte langs de kust liggen. Errug goed zijn de bakkerijen met baklava. MMMMMMMMMMM. Ze houden wel van zoet, die Turken. Komt goed uit, wij ook.